Mijn naam is Rowena Traats en ik ben sinds 2017 werkzaam in het Ambulante Nachtteam van TWB. Het Ambulante Nachtteam rijdt een vaste route in de nacht. Naast de vaste route, reageren wij ook op alarmeringen en oproepen van de Huisartsenpost. Ik wil jullie een kijkje geven in wat ik als medewerker van het Ambulante Nachtteam mee maak tijdens mijn nachtdienst.
Rond 00:40 word ik gebeld door Medisch Service Centrum Naast, zij zijn de eerst schakel in het contact met de cliënt wanneer ’s nachts de personenalarmering gebruikt wordt. Het is niet duidelijk wat er nou precies aan de hand is, maar de oproep komt van dhr. Leijs. Het enige wat meneer had weten te zeggen was “ja ja”. Bij aankomst van de woning van dhr. Leijs, kan ik nog niet naar binnen. Ik moet wachten tot Sleutel Bezorging Kats aanwezig is. Wanneer ik door het raam van de woning kijk zie ik meneer op de grond liggen. Gelukkig kan hij nog wel naar me zwaaien. Ik geef aan dat ik wacht op de sleutel en hulp onderweg is. Ondertussen ga ik in het digitale dossier op zoek naar gegevens van meneer en eventuele contactpersonen. Daaruit blijkt dat meneer alleen alarmering bij TWB afneemt, andere informatie is bij ons niet bekend.
Redder in nood
Na een paar minuten komt de medewerker van Kats aan. Hij steekt de sleutel in het slot van de voorkeur, maar hij krijgt de sleutel niet omgedraaid. Wanneer we het aan de achterkant proberen lopen we tegen hetzelfde probleem aan. Daar zien we dat er een sleutel aan de binnenkant van de deur zit. Meneer ligt nu al een tijdje op de grond dus ik besluit de politie te bellen. Uit voorzorg laat de politie ook een ambulance komen. In de tussentijd stel ik mijn collega’s op de hoogte en vraag ik of ze een aantal cliënten uit mijn route kunnen overnemen.
De politie en ambulance arriveren rond 01:30 uur bij de woning. De buurvrouw komt naar buiten, ze is ongerust over de buurman en vertelt dat de buurman overdag zorg krijgt van DAT. De politie probeert ondertussen het slot open te maken, maar tevergeefs. Ze proberen daarna het raam in te slaan, maar ook dit lukt niet. Uiteindelijk klimt er een politieagent het dak op en slaat boven een ruit in. Dan kan ik eindelijk samen met de hulpdiensten de woning in en krijgt meneer na lang wachten de nodige zorg. Meneer maakt het redelijk goed. Wanneer hij is bekomen van alle hectiek helpen de ambulancebroeders hem overeind. Hij geeft aan geen pijn te hebben en loopt daarna met behulp van zijn rollator weer door de woonkamer. Ik vraag meneer om het telefoonnummer van zijn zoon, zodat ik die kan bellen.
Eind goed al goed
De zoon van meneer Leijs komt gelijk naar de woning van zijn vader. Dit is nodig, aangezien het raam boven gemaakt moet worden deze nacht. Bij aankomst leg ik uit wat er precies is gebeurd. Meneer Leijs had de sleutels aan de binnenkant van beide deuren gedaan en het nachtslot erop gezet. Ik heb meneer op het hart gedrukt geen nachtslot meer op de deur te doen en de sleutel vooral uit het slot te laten. Dhr. Leijs heeft gelukkig nog nooit eerder gebruik hoeven maken van de persoonsalarmering. Hij ziet ook wel in dat een ongelukje in een klein hoekje kan zitten en dat hij van geluk mag spreken dat hij niets aan de val heeft overgehouden. Maar gelukkig, eind goed, al goed.
Meneer Leijs werd ondertussen bijgestaan door zijn zoon en dat betekende dat ik mijn route weer kon oppakken. Voordat ik naar de volgende cliënt ben gegaan heb ik Medisch Service Centrum Naast en mijn collega’s op de hoogte gebracht van de goede afloop van de situatie. Je kunt eigenlijk nooit voorspellen wat er tijdens een nachtdienst gebeurt, want ook al heb je een vaste route, er kan altijd een alarmering bijkomen.
*De gebruikte namen zijn om privacy redenen gefingeerd.