Wie bij het woord ‘diëtist’ nog steeds denkt aan de strenge dame met het wijzende vingertje, heeft de afgelopen jaren echt onder een steen geleefd. Het beroep van de diëtist zit enorm in de lift en is niet meer weg te denken uit onze hedendaagse gezondheidszorg. Last van je buik? Laat de diëtist meekijken naar wat je wel en niet verdraagt. Te hoge bloeddruk? De diëtist kijkt naar je totale leefstijl en denkt mee over passende adviezen. Ambities om bij het Nederlands elftal te voetballen? De diëtist rekent zich suf tot alle calorieën, eiwitten en vitamientjes tot in de puntjes op elkaar zijn afgestemd. Kortom: ons imago kan dan misschien soms nog wat stoffig zijn, maar zelf zijn we dat het allerminst. Tijd om de diëtist in het zonnetje te zetten en dat doen we vandaag, 19 september, op de ‘Dag van de Diëtist’.
Een leuk moment om even stil te staan bij de geschiedenis van ons beroep, dat vanaf de jaren ’40 geleidelijk steeds meer draagvlak kreeg en voor mannen toen nog minder geschikt werd geacht. Tientallen jaren geleden werd je als diëtist vooral opgeleid tot volwaardig kok. Of kokkin dus eigenlijk, want mannen waren tenslotte niet geschikt voor dit beroep. Een groot deel van de opleiding bracht je door in de keuken en ook de diëtist in het ziekenhuis had haar kantoor meestal in de instellingskeuken zitten. Dat was in de tijd dat advocaatvla nog met échte advocaat werd gemaakt en er geen energieverrijkt dieet maar een borstdieet werd voorgeschreven, wat inhield dat er vooral héél veel room werd toegevoegd aan alles wat je moest eten. En als ik vandaag de dag nog een verwijsbrief krijg waarop staat dat iemand een ‘roborerend dieet’ nodig heeft, weet ik zeker dat ik te maken heb met een verwijzer die richting zijn pensioen loopt en de laatste jaren niet echt met de tijd is meegegaan…
Het is in de huidige tijd doodnormaal dat ik op de computer snel een berekening maak van wat iemand tot zich neemt en hoe dat in verhouding staat tot de behoefte, maar vroeger moest dit allemaal op papier, met de rekenmachine bij de hand. Vervolgens werd het dieet op een typemachine uitgewerkt, met een carbonpapiertje ertussen, zodat je ook nog een exemplaar over had voor in het dossier. En een wijziging van het dieet betekende dat je opnieuw achter je typemachine mocht kruipen.
Als ik nu sondevoeding voorschrijf, zijn er talloze soorten beschikbaar en weet ik precies wat erin zit en wat de beste keuze is voor mijn cliënt. Ook dat ging vroeger anders: nadat de diëtist de behoefte had berekend, gingen ze in de instellingskeuken met maatbekers, poeders en water aan de slag om zodoende zelf de sondevoeding te bereiden. Maatwerk ten top!
De diëtisten van toen hebben gevochten als leeuwinnen om ons beroep op de kaart te zetten. En dat is ze goed gelukt. Die strenge dames van toen hebben het toch maar mooi voor elkaar gekregen dat de diëtist een belangrijke spil is geworden binnen de behandeling van vele cliënten. Toen een cliënt onlangs tegen me zei dat ze altijd mijn gezicht voor zich zag als ze stiekem de snoepkast in wilde duiken, kon ik het toch niet laten om – met een knipoog naar de diëtist met de wijzende vinger – bovenstaande foto naar haar toe te sturen.
De hedendaagse diëtist staat haar mannetje. En over mannetjes gesproken… Ook die zijn inmiddels volledig geaccepteerd binnen onze mooie beroepsgroep!